Begeleiding bij verzamelstoornis

Wanneer spullen je leven gaan beheersen in plaats van verrijken, kan er sprake zijn van een verzamelstoornis. Het overweldigende gevoel niet te kunnen weggooien, de emotionele band met bezittingen, en de geleidelijke beperking van je leefruimte kunnen een grote impact hebben op je dagelijks functioneren en welzijn.

Bij AB-Z bieden we gespecialiseerde begeleiding voor mensen die worstelen met problematisch verzamelgedrag. Met een respectvolle, niet-oordelende benadering helpen we je om inzicht te krijgen in de onderliggende patronen, nieuwe vaardigheden te ontwikkelen in besluitvorming en organisatie, en stap voor stap je leefruimte terug te winnen.

We werken in jouw tempo, met begrip voor de emotionele waarde van bezittingen, en met oog voor duurzame verandering die leidt tot een geordender en vrijer leven.

Wat is een verzamelstoornis?

Verzamelstoornis, ook wel hoarding disorder genoemd, is een erkende psychische aandoening waarbij iemand moeite heeft met het weggooien van bezittingen, ongeacht hun daadwerkelijke waarde. Het gaat verder dan alleen het verzamelen van spullen of rommel; het is een complex patroon van gedachten, gevoelens en gedragingen dat grote invloed heeft op het dagelijks leven.

Mensen met een verzamelstoornis ervaren een sterke emotionele hechting aan voorwerpen en intense angst of onrust bij de gedachte deze weg te doen. Dit leidt tot een overmatige accumulatie van bezittingen, waardoor leefruimtes overvol raken en niet meer functioneel gebruikt kunnen worden voor de activiteiten waarvoor ze bedoeld zijn.

Wat verzamelstoornis onderscheidt van gewoon verzamelen of ongeorganiseerd zijn, is de mate van lijden en beperking die het veroorzaakt. De overvolle leefomgeving kan leiden tot onveilige of onhygiënische situaties, sociale isolatie, conflicten met huisgenoten of buren, en kan zelfs resulteren in huisuitzetting of andere juridische problemen.

Signalen en symptomen van verzamelstoornis

Verzamelstoornis manifesteert zich in verschillende dimensies: gedragsmatig, emotioneel, cognitief en sociaal-functioneel.

Op gedragsniveau zien we een aanhoudend patroon van spullen verzamelen en het onvermogen om bezittingen weg te doen, zelfs als deze objectief weinig waarde hebben. Er is vaak sprake van het excessief kopen van nieuwe spullen of het verzamelen van gratis items, en een constante neiging om nieuwe bezittingen te verwerven, ook als deze geen duidelijke functie hebben. Het leven wordt gekenmerkt door overvolle leefruimtes waar kamers, gangen en oppervlakken niet meer voor hun eigenlijke doel gebruikt kunnen worden door stapels bezittingen. De situatie verslechtert vaak geleidelijk, over een periode van jaren of zelfs decennia.

Emotioneel ervaren mensen met een verzamelstoornis een sterke emotionele gehechtheid aan voorwerpen die verder gaat dan sentimentele waarde. Ze voelen angst, paniek of verdriet bij de gedachte aan het wegdoen van items en ervaren intense opwinding of vreugde bij het verwerven van nieuwe bezittingen. Er kan sprake zijn van schaamte over de leefomstandigheden, wat leidt tot het vermijden van bezoek van familie of vrienden, en gevoelens van hulpeloosheid of overweldiging bij het idee orde te moeten scheppen.

Op cognitief vlak hebben mensen met verzamelstoornis vaak specifieke overtuigingen over bezittingen, zoals het idee dat alle items uniek of onvervangbaar zijn, of dat ze in de toekomst nog nuttig zullen blijken. Er is vaak sprake van besluiteloosheid en moeite met het categoriseren of organiseren van bezittingen, evenals een verstoorde perceptie van de ruimte en risico’s die de verzameling met zich meebrengt. Informatieverwerking is vaak verstoord, waarbij mensen met verzamelstoornis moeite hebben om prioriteiten te stellen en te focussen op relevante aspecten van een voorwerp.

Op sociaal-functioneel gebied leidt de aandoening tot toenemende isolatie en vermijding van sociale contacten uit angst voor oordeel of schaamte over de woonsituatie. Er kunnen frequente conflicten ontstaan met familie, huisgenoten of buren over de hoeveelheid spullen, en het overvolle huis belemmert normale dagelijkse activiteiten zoals koken, slapen of persoonlijke hygiëne. In ernstige gevallen kan dit leiden tot gezondheids- en veiligheidsrisico’s, zoals brandgevaar, valpartijen, of het creëren van onhygiënische leefomstandigheden.

Oorzaken en risicofactoren van verzamelstoornis

Verzamelstoornis ontstaat meestal door een combinatie van biologische, psychologische en omgevingsfactoren:

Neurologische en genetische factoren: Onderzoek suggereert dat verzamelgedrag gedeeltelijk erfelijk bepaald kan zijn. Studies tonen aan dat verzamelstoornis vaker voorkomt binnen families. Daarnaast wijst onderzoek op afwijkingen in specifieke hersengebieden die betrokken zijn bij besluitvorming, gehechtheid aan bezittingen, en emotieregulatie. Neuropsychologisch onderzoek toont aan dat mensen met verzamelstoornis vaak specifieke uitdagingen hebben op het gebied van aandacht, categorisatie, organisatie, planning en besluitvorming.

Psychologische factoren: Bij verzamelstoornis spelen vaak specifieke denkpatronen en overtuigingen een rol, zoals het overschatten van de waarde of nut van voorwerpen, perfectonistische ideeën over het optimaal gebruiken van items, en overmatige sentimentele hechting aan bezittingen. Er is vaak een verband met trauma of verlieservaringen waarbij verzamelen een manier wordt om controle te hervinden of emotionele veiligheid te creëren. Verzamelgedrag kan ook fungeren als een vorm van vermijding, waarbij de persoon moeilijke emoties of beslissingen ontwijkt door zich te richten op bezittingen.

Leergeschiedenis: Sommige mensen met verzamelstoornis zijn opgegroeid in een omgeving waar overmatig verzamelen normaal was of waar materiële ontbering leidde tot een sterke focus op het bewaren van spullen. Positieve versterking (de vreugde van het vinden of verzamelen) en negatieve versterking (vermijding van de angst bij weggooien) houden het gedrag in stand. Verzamelen kan ook een aangeleerde coping-strategie zijn voor het omgaan met stress, angst of eenzaamheid.

Comorbiditeit: Verzamelstoornis komt vaak voor in combinatie met andere psychische aandoeningen. Depressie kan leiden tot verminderde energie om op te ruimen en beslissingen te nemen. Angststoornissen, met name obsessieve-compulsieve stoornis (OCS), kunnen overlappende symptomen hebben. Een significante groep mensen met verzamelstoornis heeft ook kenmerken van ADHD, wat problemen met organisatie en planning kan verklaren. Traumagerelateerde stoornissen kunnen bijdragen aan verzamelgedrag als een poging om controle te hervinden.

Onze behandelvisie: Respect, begrip en geleidelijke verandering

Bij AB-Z benaderen we verzamelstoornis vanuit een holistische visie die zowel respect voor de persoon als voor de ernst van de problematiek omvat. We erkennen dat achter elke overvolle woning een individu schuilgaat met een unieke geschiedenis, overtuigingen en emotionele band met bezittingen.

Onze begeleiding is gebaseerd op de volgende principes:

Respectvolle benadering zonder oordeel: We benaderen cliënten met verzamelstoornis zonder veroordeling of schaamte. We erkennen dat verzamelgedrag niet voortkomt uit luiheid of onwil, maar uit een complexe psychische aandoening.

Cliëntgerichte samenwerking: We geloven in het belang van autonomie en samenwerking. Beslissingen over bezittingen worden altijd in overleg genomen, en we respecteren het tempo waarin iemand verandering aankan.

Integrale aanpak: We richten ons niet alleen op het opruimen van de fysieke ruimte, maar ook op de onderliggende cognitieve, emotionele en gedragspatronen die het verzamelen in stand houden.

Duurzame verandering: Ons doel is niet alleen een opgeruimde woning, maar het ontwikkelen van vaardigheden en inzichten die langdurige verandering mogelijk maken en terugval voorkomen.

Onze behandelaanpak: Stapsgewijs naar een geordend leven

AB-Z biedt een gefaseerde behandeling die is afgestemd op de individuele behoeften, ernst van de problematiek en mate van inzicht en veranderingsbereidheid.

Fase 1: Opbouwen van vertrouwen en motivatie In deze eerste fase staat het opbouwen van een vertrouwensrelatie centraal:

  • Kennismaking en opbouwen van een niet-oordelende therapeutische relatie
  • Psycho-educatie over verzamelstoornis om inzicht te vergroten
  • Motiverende gespreksvoering om ambivalentie te verkennen en motivatie voor verandering te versterken
  • Inventarisatie van persoonlijke waarden en doelen die door het verzamelen belemmerd worden
  • Aandacht voor eventuele acute risico’s in de woonsituatie

Fase 2: Cognitieve en gedragsmatige interventies In deze fase richten we ons op het veranderen van de denkpatronen en gedragingen die verzamelen in stand houden:

  • Cognitieve herstructurering om niet-helpende overtuigingen over bezittingen uit te dagen
  • Training in besluitvorming en categoriseren van voorwerpen
  • Exposure-oefeningen om de angst voor weggooien geleidelijk te verminderen
  • Ontwikkelen van organisatievaardigheden en systemen om spullen te ordenen
  • Aanleren van strategieën om acquisitie (het verwerven van nieuwe spullen) te beperken

Fase 3: Praktisch opruimen en organiseren In deze fase wordt de theorie in praktijk gebracht met concrete opruimactiviteiten:

  • Gezamenlijk prioriteiten stellen voor het opruimen van verschillende ruimtes
  • Stapsgewijs en gestructureerd opruimen, beginnend met minder emotioneel beladen items
  • Ondersteuning bij het sorteren in categorieën (bewaren, weggeven, verkopen, recyclen, weggooien)
  • Creëren van organisatiesystemen die passen bij de persoon
  • Indien nodig en gewenst, inschakelen van praktische hulp voor grotere opruimacties

Fase 4: Terugvalpreventie en onderhoud In deze laatste fase werken we aan het bestendigen van de bereikte resultaten:

  • Ontwikkelen van dagelijkse en wekelijkse routines voor onderhoud van de woonruimte
  • Identificeren van risicosituaties en triggerfactoren voor verzamelgedrag
  • Opstellen van een persoonlijk terugvalpreventieplan
  • Versterken van alternatieve coping-strategieën voor emotieregulatie
  • Opbouwen of herstellen van sociale contacten en betekenisvolle activiteiten

Wat maakt onze aanpak uniek

Compassie en respect We werken vanuit een diep respect voor de emotionele band die mensen met verzamelstoornis hebben met hun bezittingen, zonder deze te bagatelliseren of te veroordelen.

Tempo op maat We erkennen dat te snelle verandering contraproductief kan zijn en werken in een tempo dat aansluit bij de bereidheid en capaciteit van de cliënt.

Multidisciplinaire samenwerking We werken samen met andere professionals zoals huisartsen, psychiaters, wijkteams, maatschappelijk werk en schoonmaakbedrijven om een integrale oplossing te bieden.

Praktisch én psychologisch We combineren concrete praktische hulp bij het opruimen met psychologische ondersteuning om de onderliggende problematiek aan te pakken.

Nazorg en onderhoud We bieden langdurige ondersteuning om terugval te voorkomen en helpen bij het integreren van nieuwe gewoonten in het dagelijks leven.

Hoe wij te werk gaan:

1

Neem contact op

Je kunt met ons contact opnemen via ons aanmeldingsformulier of stuur een mail of een berichtje.

2

Maak een afspraak voor een kennismakingsgesprek

We beginnen met een uitgebreid gesprek om jouw specifieke situatie te begrijpen.

AB-Z

Gijs kamerbeek

Directeur AB-Z

3

We maken samen een flexibele planning

Onze zorg wordt afgestemd op jouw dagritme en voorkeuren.

4

Regelmatige evaluatie

We evalueren regelmatig of de zorg nog aansluit bij jouw persoonlijke behoeften.

Wat onze cliënten zeggen:

Veelgestelde vragen

Hieronder vind je antwoorden op vragen die regelmatig aan ons gesteld worden. We begrijpen dat het zoeken van hulp soms overweldigend kan zijn en dat je mogelijk met veel vragen zit. We hopen dat deze informatie je een eerste indruk geeft van onze werkwijze.

Staat je vraag er niet tussen? Neem dan gerust contact met ons op. Onze medewerkers staan klaar om je verder te helpen en je vragen persoonlijk te beantwoorden. We geloven in transparante communicatie en duidelijkheid vanaf het eerste contact.

Bij AB-Z vinden we het belangrijk dat je je comfortabel voelt bij het nemen van deze belangrijke stap. Daarom beantwoorden we graag al je vragen, zodat je met vertrouwen kunt beslissen of onze begeleiding bij jouw situatie past.

Het verschil tussen normaal verzamelen en een verzamelstoornis ligt in de impact op het functioneren en de mate van controle:

Normaal verzamelen:

  • Betreft meestal doelgericht verzamelen van specifieke categorieën items
  • De collectie is georganiseerd en wordt met trots getoond aan anderen
  • Leefruimtes blijven functioneel en toegankelijk
  • Items worden bewust aangeschaft en passen binnen een budget
  • De verzamelaar kan zonder emotionele stress afstand doen van overtollige items
  • De activiteit brengt plezier en voldoening, niet significant lijden

Verzamelstoornis:

  • Verzamelen is vaak ongeorganiseerd en omvat uiteenlopende categorieën spullen
  • Stapels zijn chaotisch en worden vaak uit schaamte verborgen voor anderen
  • Leefruimtes raken overvol en kunnen niet meer gebruikt worden voor hun eigenlijke doel
  • Aankopen zijn vaak impulsief en kunnen tot financiële problemen leiden
  • Er is intense emotionele stress bij de gedachte om items weg te doen
  • De situatie veroorzaakt significant lijden of beperkingen in het dagelijks functioneren

Het draait dus niet om de hoeveelheid bezittingen, maar om de relatie ermee, de mate van controle, en de impact op het leven. Een postzegelverzamelaar met duizenden zegels heeft geen stoornis als de collectie geordend is en geen problemen veroorzaakt, terwijl iemand met relatief weinig spullen een verzamelstoornis kan hebben als deze bezittingen leiden tot disfunctionele leefruimtes en emotionele distress.

Hoewel verzamelstoornis en OCS historisch vaak met elkaar in verband zijn gebracht, worden ze in de huidige diagnostische classificatie (DSM-5) als afzonderlijke aandoeningen beschouwd. Er zijn belangrijke verschillen en overeenkomsten:

Verschillen:

  • Egosyntoon vs. egodystoon: Verzamelaars vinden hun gedrag meestal egosyntoon (in overeenstemming met hun zelfbeeld en waarden), terwijl mensen met OCS hun gedachten en handelingen vaak als egodystoon ervaren (vreemd en ongewenst)
  • Inzicht: Mensen met verzamelstoornis hebben vaak minder inzicht in de problematische aard van hun gedrag dan mensen met OCS
  • Angstervaring: Bij OCS vermindert het uitvoeren van compulsies tijdelijk de angst, terwijl verzamelaars juist angst ervaren bij het idee om bezittingen weg te doen
  • Plezier: Verzamelaars ervaren vaak plezier bij het verwerven van items, terwijl compulsies bij OCS meestal niet als plezierig worden ervaren

Overeenkomsten:

  • Beide kunnen leiden tot repetitief gedrag
  • Beide kunnen gepaard gaan met specifieke gedachtenpatronen en overtuigingen
  • Beide kunnen aanzienlijke tijd in beslag nemen en het dagelijks functioneren belemmeren

Comorbiditeit: Ongeveer 20% van de mensen met verzamelstoornis heeft ook OCS. Mensen kunnen dus beide aandoeningen tegelijkertijd hebben, maar het zijn verschillende stoornissen met eigen symptomen en onderliggende mechanismen.

Bij AB-Z zorgen we voor een zorgvuldige diagnostiek om te bepalen of er sprake is van verzamelstoornis, OCS, of beide, omdat dit belangrijke implicaties heeft voor de behandelaanpak.

Het begrip “genezing” is wellicht niet de meest passende term voor verzamelstoornis, maar significante verbetering en herstel zijn zeker mogelijk. Het is belangrijk om realistische verwachtingen te hebben:

Wat je kunt verwachten van behandeling:

  • Significante vermindering van de hoeveelheid verzamelde spullen
  • Verbeterd vermogen om beslissingen te nemen over bezittingen
  • Herstel van de functionaliteit van leefruimtes
  • Vermindering van de emotionele gehechtheid aan voorwerpen
  • Betere vaardigheden om toekomstige accumulatie te voorkomen
  • Verbetering in kwaliteit van leven en sociaal functioneren

Realistische aspecten van herstel:

  • Herstel is vaak een langdurig proces dat maanden tot jaren kan duren
  • Sommige onderliggende neigingen tot verzamelen kunnen aanwezig blijven
  • Vaardigheden voor het beheren van deze neigingen moeten worden onderhouden
  • Bepaalde triggers kunnen tijdelijk terugval veroorzaken
  • Sommige mensen blijven een voorkeur houden voor een voller huis dan gemiddeld

Factoren die herstel beïnvloeden:

  • De ernst en duur van de verzamelstoornis
  • De aanwezigheid van andere psychische aandoeningen
  • Het niveau van inzicht en motivatie voor verandering
  • De kwaliteit en intensiteit van de behandeling
  • De beschikbaarheid van sociale ondersteuning

Bij AB-Z benadrukken we dat herstel mogelijk is, maar dat het doel niet noodzakelijk een perfect opgeruimd of minimalistisch huis is. Het gaat om het hervinden van controle, het maken van bewuste keuzes over bezittingen, en het creëren van een leefomgeving die psychisch welzijn en functioneren ondersteunt.

Het helpen van iemand met verzamelstoornis vereist geduld, begrip en een zorgvuldige benadering:

Wat werkt:

  • Ontwikkel begrip voor verzamelstoornis als psychische aandoening
  • Benader het gesprek vanuit oprechte zorg, niet vanuit kritiek of frustratie
  • Focus op veiligheid en welzijn, niet op esthetiek of eigen voorkeuren
  • Moedig kleine, haalbare stappen aan en vier successen
  • Bied praktische hulp aan, maar respecteer de autonomie over beslissingen
  • Erken de emotionele waarde die voorwerpen kunnen hebben
  • Suggereer professionele hulp op een ondersteunende, niet-dwingende manier

Wat contraproductief is:

  • Spullen weggooien zonder toestemming (dit kan trauma veroorzaken en verzamelgedrag versterken)
  • Ultimatums stellen of dreigen met consequenties
  • Overmatige nadruk leggen op schaamte of schoonmaak
  • De persoon “verantwoordelijk” maken voor andermans emoties
  • Verwachten dat het probleem snel opgelost kan worden
  • De verzamelaar dwingen tot grote opruimacties in één keer

Voor familieleden en naasten:

  • Zorg ook voor jezelf en zoek eigen ondersteuning
  • Stel redelijke grenzen om je eigen welzijn te beschermen
  • Leer over verzamelstoornis via betrouwbare bronnen
  • Sluit je aan bij supportgroepen voor familie van mensen met verzamelstoornis

Bij AB-Z bieden we ook begeleiding en ondersteuning voor familieleden en naasten van mensen met verzamelstoornis. We helpen je om effectief te communiceren, realistische verwachtingen te hebben, en je dierbare te ondersteunen zonder zelf overbelast te raken.

Gedwongen opruimen, bijvoorbeeld door familieleden, verhuurders of autoriteiten, is vaak traumatisch en contraproductief:

Negatieve gevolgen:

  • Ernstige emotionele stress, verdriet en rouw bij de verzamelaar
  • Vertrouwensbreuk in relaties
  • Versterking van verzamelgedrag op lange termijn
  • Snelle terugkeer van overmatige verzameling, vaak erger dan voorheen
  • Verdieping van schaamte, isolement en geheimhouding
  • Mogelijk ontstaan van depressie, angst of post-traumatische stress

Wanneer gedwongen ingrijpen toch nodig is:

  • Bij acute veiligheidsrisico’s (brandgevaar, instortingsgevaar)
  • Bij ernstige gezondheidsrisico’s (infestaties, schimmel, rioleringsproblemen)
  • Bij juridische consequenties zoals dreigende huisuitzetting
  • Wanneer kwetsbare personen (kinderen, ouderen) in gevaar zijn

Hoe het humaner aan te pakken:

  • Betrek de persoon zoveel mogelijk bij beslissingen, zelfs bij noodzakelijk ingrijpen
  • Zorg voor professionele psychologische ondersteuning voor, tijdens en na het opruimen
  • Focus eerst op veiligheid en basishygiëne, niet op esthetiek
  • Documenteer belangrijke items en zorg voor tijdelijke opslag waar mogelijk
  • Plan voor langetermijnondersteuning om herhaling te voorkomen

Bij AB-Z streven we ernaar om gedwongen opruimen te voorkomen door vroege interventie en samenwerking met alle betrokkenen. Als ingrijpen onvermijdelijk is, begeleiden we dit proces op een manier die de autonomie en waardigheid van de persoon zoveel mogelijk respecteert, en die psychologische ondersteuning biedt om trauma te minimaliseren.

De behandeling van verzamelstoornis is doorgaans een langdurig proces, wat belangrijk is om vanaf het begin te erkennen:

Typische behandelduur:

  • Initiële intensieve fase: 3 – 6 maanden (wekelijkse sessies)
  • Actieve opruimfase: 6 – 12 maanden (afhankelijk van de ernst en omvang)
  • Onderhouds- en preventiefase: 6 – 12 maanden (minder frequente sessies)
  • Totale behandeltraject: Meestal 1 – 2 jaar, soms langer

Factoren die de duur beïnvloeden:

  • Ernst van de verzameling en hoeveel ruimtes zijn aangetast
  • Mate van inzicht en veranderingsbereidheid
  • Aanwezigheid van comorbide aandoeningen (depressie, angst, ADHD)
  • Beschikbare praktische ondersteuning
  • Cognitieve capaciteiten en besluitvormingsvaardigheden
  • Leeftijd (bij ouderen kan het proces langzamer verlopen)

Fasen en mijlpalen:

  • De eerste zichtbare resultaten (opgeruimde zones) kunnen 2-3 maanden duren
  • Cognitieve veranderingen (anders denken over bezittingen) ontwikkelen zich geleidelijk
  • Vaardigheden in besluitvorming verbeteren meestal voordat grote opruimacties succesvol zijn
  • Terugvalpreventie en onderhoud blijven langdurig belangrijk

Bij AB-Z benadrukken we dat duurzame verandering tijd kost. We werken met realistische doelen en tijdlijnen, en vieren kleine successen onderweg. We bieden ook flexibele behandelintensiteit, die kan worden aangepast aan de fase van herstel en de behoeften van de cliënt.

Dit is een van de moeilijkste beslissingen voor families van mensen met dementie. Er is geen eenduidig antwoord, maar deze factoren kunnen helpen bij de afweging:

Overwegingen voor thuis blijven wonen:

  • De veiligheid kan nog voldoende worden gewaarborgd
  • Er is adequate ondersteuning beschikbaar (mantelzorg en/of professionele zorg)
  • De persoon met dementie functioneert nog redelijk in de vertrouwde omgeving
  • Thuiszorg en dagbesteding bieden voldoende structuur en ondersteuning
  • De mantelzorger(s) kunnen de zorg aan zonder overbelast te raken

Signalen dat verhuizing naar een zorginstelling overwogen moet worden:

  • Toenemende veiligheidsrisico’s (vallen, dwalen, brand, vergiftiging)
  • Ernstige gedragsproblemen die thuis moeilijk te hanteren zijn
  • Toenemende zorgbehoeften die thuis niet meer te vervullen zijn
  • Overbelasting van mantelzorgers ondanks maximale ondersteuning
  • Medische complicaties die intensievere zorg vereisen

Het is belangrijk om deze beslissing tijdig te bespreken en voor te bereiden, idealiter wanneer de persoon met dementie nog kan meedenken over de eigen toekomst. Culturele aspecten, persoonlijke waarden en praktische omstandigheden spelen hierbij een belangrijke rol.

Bij AB-Z ondersteunen we je in dit besluitvormingsproces, helpen we bij het verkennen van alternatieven, en begeleiden we de eventuele overgang naar een zorginstelling om deze zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Schaamte en schuldgevoelens zijn zeer gebruikelijke emoties bij mensen met verzamelstoornis, en kunnen zelfs behandeling in de weg staan. Hier zijn strategieën om hiermee om te gaan:

Begrijp het verschil tussen schaamte en schuld:

  • Schuld richt zich op gedrag (“Ik heb iets verkeerds gedaan”)
  • Schaamte richt zich op identiteit (“Ik ben een slecht persoon”)
  • Schuld kan motiveren tot verandering, schaamte leidt vaak tot verbergen en vermijding

Strategieën om schaamte te verminderen:

  • Leer over verzamelstoornis als een erkende psychische aandoening, niet als een persoonlijk falen
  • Deel je ervaringen met anderen in vergelijkbare situaties (bijv. in ondersteuningsgroepen)
  • Ontwikkel zelfcompassie door je eigen situatie met dezelfde vriendelijkheid te benaderen als je zou doen bij een vriend
  • Maak onderscheid tussen je gedrag en je waarde als persoon
  • Werk met een therapeut die een niet-oordelende, accepterende benadering hanteert

Praktische stappen:

  • Begin met het opruimen van ruimtes die niet door anderen worden gezien
  • Indien mogelijk, betrek een vertrouwde vriend of familielid bij het proces
  • Stel realistische doelen en vier kleine successen
  • Focus op de functionele aspecten (veiligheid, bruikbaarheid) in plaats van op perfectie
  • Gebruik humor waar passend als tegengif voor schaamte

Professionele ondersteuning: Bij AB-Z creëren we een veilige, niet-oordelende omgeving waarin je openlijk kunt spreken over schaamte en schuldgevoelens. We helpen je te begrijpen dat deze gevoelens, hoewel begrijpelijk, niet helpend zijn voor herstel. Door empathie, psycho-educatie en geleidelijke exposure helpen we je om de greep van schaamte te verminderen, zodat je energie beschikbaar komt voor positieve verandering.

Wil je een afspraak maken?

Wil je meer weten over onze begeleiding bij verzamelstoornis, of wil je een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact met ons op. Samen verkennen we hoe we je kunnen ondersteunen op weg naar een ruimer en geordender leven.